9 mrt 2020

Met een stralende glimlach kijkt ze me aan. Ook al kom ik niet voor haar. Ik kom voor haar vriendin. Haar beste vriendin, laat dat even duidelijk zijn. Drie keer per week gaat haar vriendin met me mee. In de eerste weken was zij degene die mee mocht oefenen buiten de klas, maar nu zijn andere klasgenoten aan de beurt. Daar baalt ze van, ze wil zo graag helpen. Ze houdt ons in de gaten, volgt wat we doen, met interesse. Zegt ‘doei’ tegen haar vriendin als we de klas uitlopen. In haar ogen lees ik pure en oprechte vriendschap. Bemoediging. Ook al weet ze dit misschien zelf niet, maar zij is van onschatbare waarde voor haar vriendin. De kracht van non verbale communicatie. Die is hier zo mooi zichtbaar. Zij staat aan haar zijde.

En als je kinderen wilt laten groeien – wat wij willen en waar wij voor staan – moet je soms minder populaire beslissingen nemen. En die zijn raak. Die worden niet met gejuich ontvangen door het kind, maar met weerstand. Steun en toeverlaat voor iemand zijn is prachtig mooi, maar heeft ook een keerzijde: afhankelijkheid. Van teveel leunen groei je niet. En zo geschiedde. We namen samen met ouders en leerkrachten een beslissing die voor haar onlogisch leek, maar die op langere termijn winst zal gaan opleveren.

Samen keken we naar de vraag ‘hoe voel jij je ten opzichte van de kinderen in jouw klas? Met kleurtjes kon ze dit aangeven: Groen ‘met dit kind gaat het makkelijk’, oranje ‘met dit kind gaat het soms wel, soms niet’ en rood ‘met dit kind is het nog moeilijk’. Deze lijst gebruikte de leerkracht voor haar nieuwe tafelgroepje na de voorjaarsvakantie. Er zouden twee groene kinderen in haar groepje komen en twee oranje. De kleuren zijn geen statisch gegeven: wie oranje is, kan groen worden. Wie rood is kan oranje worden. Hoe? Door te oefenen, kinderen te laten aansluiten, verbindingen te maken. Ja, dat is spannend. Maar ik weet dat ze het kan. Dus we gaan het gewoon doen.

Dat is echt niet makkelijk hoor. Dat iemand dit voor jou verzint en je moet het dan maar ‘gewoon gaan doen.’ Ik leg haar uit dat ze gaat leren om met andere leerlingen te durven praten. Uiteindelijk is dat ook wat ze ten diepste wil. Maar wat nu nog niet lukt. Dus doen we alles stapje voor stapje. Elke week zet ze stapjes. Thuis praten lukt. Maar niet op school. Selectief mutisme is angst. Samen, met heel veel supporters die wij om haar heen creëren kan zij deze angst die haar leven nu beheerst, gaan overwinnen. We volgen haar tempo en haar tijd, maar als we teveel meegaan creëren we juist onveiligheid. Dus moeten we soms een andere koers varen, een beslissing nemen ‘zo gaan we het doen’.

In any given moment you have two options: to step forward into growth or to step back into safety. Wij zijn haar baken. Voorlopig blijf ik nog bij haar. En gun ik ieder meisje een vriendin zoals zij heeft.