Hij wacht zijn kans af. Soms is dat lang wachten met 31 kinderen. Maar het lukt.
Voorzichtig komt hij naast me staan. Zijn grote bruine ogen kijken me aan.
‘Juf, ik vind jouw training heel erg leuk.’ ‘Wat fijn,’ zeg ik. ‘Ik leer er heel veel van.’ ‘Wat leer je?’ ‘Nou, met verdriet enzo.’ ‘Je leert hoe je om kan gaan met bijvoorbeeld een verdrietig gevoel?’ ‘Ja.’ ‘Is dit gevoel van thuis of school?’ ‘Allebei.’ ‘Ah, oké.’ ‘Zullen we het verdrietige gevoel samen wegblazen?’ Ja, dat wil hij wel. We doen de ademhalingsoefening van de training. Een hele krachtige waarbij ik al zag dat dit hem boeide en pakte de allereerste training. We blazen zijn verdriet weg. Gewoon samen, ik op een krukje voor de klas. Hij ernaast. De 30 andere kinderen? Die laten ons. Kinderen voelen het wel aan. Hij pakte even zijn moment.
Als ik nog even observeer tijdens de gym zoekt hij me weer op. Komt weer naast me staan. Er zat nog iets. ‘Juf…’ ‘Ja?’ ‘Weet je wat ik het allerleukste vind?’ ‘Vertel…’ ‘de kindermassage.’
Met een glimlach rij ik naar huis. Zo puur. Zo eerlijk. En zo vanuit het hart. Fijn dat het hem helpt.